12 juni 2020

Wat is er nou eigenlijk mis met biomassa?

Dit artikel gaat over verbranding van houtige biomassa (ook wel bekend als "pellets"). De biomassa die de laatste tijd veel in het nieuws is, is namelijk "het verbranden van houtige biomassa", ook wel bekend als "thermische conversie van vaste biomassa" of "vaste biomassa warmte". Er zijn ook andere vormen van biomassa en andere vormen van conversie. Die kennen hele andere voor- en nadelen. Daarover gaat dit artikel niet.

Er zijn veel biomassacentrales en -ketels (zie uitleg onderaan dit artikel) in aanvraag/bouw/productie. Dat heeft zo zijn redenen:
  1. In het klimaatakkoord is afgesproken om de uitstoot van CO2 flink te verminderen. De Europese Unie heeft in de Renewable Energy Directive (RED) bepaald dat de uitstoot van CO2 bij het verbranden van biomassa niet meegeteld hoeft te worden (Bijlage V C.13 van de RED). De redenatie is dat de herplant van bomen weer zorgt voor opname van de uitgestoten CO2. Daarover hieronder bij nadelen meer.
  2. Aardgas halen we uit de bodem, waar het in de afgelopen miljoenen jaren gevormd is uit biomassa. De CO2 daarin zit dus opgesloten in de aarde en komt niet in de lucht als we dat aardgas laten zitten.
  3. Aardgas en kolen in de grond laten zitten kan alleen als we een alternatief hebben voor aardgas. Biomassa is zo'n alternatief. Dus stimuleert de overheid het toepassen van biomassa middels subsidies (o.a. de SDE(+(+))).
Wat is er met biomassa(-centrales) mis:
  1. Biomassa stoot bij verbranding meer CO2 uit dan kolen en gas. Hoeveel precies, dat hangt af van allerlei zaken: vochtgehalte van de biomassa, kwaliteit van de verbranding etc. Grofweg stoot verbranding van biomassa 2 keer meer CO2 uit dan de verbranding van gas voor de opwek van een gelijke hoeveelheid energie (in Joule).
  2. Biomassa stoot bij verbranding naast CO2 ook nog andere broeikasgassen en gevaarlijke stoffen uit: stikstof, fijn stof, furanen, dioxinen, zware metalen. Ook hier weer: hoeveel is afhankelijk van diverse factoren: kwaliteit van de verbranding, kwaliteit van de filters etc.
  3. Biomassa mag je volgens de in Nederland geldende regels alleen duurzaam noemen als het aan allerlei eisen voldoet. Probleem daarvan is echter dat die eisen alleen voor Nederland gelden. Daarbuiten worden die duurzaamheidseisen vrijwel niet nageleefd. Van biomassa uit het buitenland kun je dan ook lastig vaststellen of dat wel duurzaam is. Het toezicht daarop is minimaal.
  4. Biomassa is, als het goed is, resthout: hout dat niet gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld de bouw (balken), papier, plaatmateriaal etc. Vaak wordt dan genoemd "tak en tophout" (zeg maar de dunne delen van de boom waar je geen balken van kan maken) en zaagsel (restanten van het verzagen van stammen tot balken en plaatmateriaal). Dat resthout kun je echter ook anders gebruiken dan verbranden (zie de ladder van Lansink). Je kunt het in de natuur laten liggen, waar het voeding is voor de bodem van het bos en waar de CO2 veel langzamer (in een periode van ongeveer 10 jaar) vrij komt dan bij verbranding. Je kunt het gebruiken voor voeding daar waar er een tekort aan natuurlijke materialen is. Biomassa verbranden staat bijna onderaan de
    nuttige toepassing van hout. Ook het PBL kwam in 2016 al tot de conclusie "Vanwege de beperkte beschikbaarheid van biogas en vaste biobrandstoffen is het verstandig deze schone energiebronnen te reserveren voor toepassingen met weinig alternatieve schone brandstoffen ( Ros & Schure 2016)"
  5. Biomassa produceert hoge temperatuur warmte. Te hoog voor de verwarming van woningen. De warmte wordt onderweg naar de woningen dus weer afgekoeld. Door de hoge temperatuur is er meer verlies gedurende het transport (het verschil in temperatuur met de omgeving is hoog, waardoor het verlies navenant hoger is). Tot wel 55% van de energie gaat zo verloren. Er moet dus 55% meer biomassa verbrand worden dan dat er aan energie in de woningen nodig is.
  6. Biomassa heeft een veel lagere energiedichtheid dan gas en kolen (en veel andere brandstoffen). Je hebt er dus meer van nodig om evenveel energie te produceren.
  7. Naast de nadelen van biomassa zelf zijn er ook nadelen van kleine biomassaketels. Deze hoeven namelijk niet te voldoen aan uitstooteisen. En omdat dit soort ketels vaak in de gebouwde omgeving staan, tussen woningen, is het gevaar dat mensen dat fijn stof inademen juist groter. Van fijn stof is bekend dat het levensgevaarlijk is.
  8. Pellets komen vaak uit het buitenland, want in Nederland is domweg te weinig "rest-'hout om alle biomassacentrales en -ketels te laten branden. In het buitenland is veel verzet tegen de houtwinning daar. Hele dorpen komen in verzet, ondanks dat er mensen uit die dorpen werk door krijgen. Hun leefomgeving wordt namelijk volledig vernietigd. En daar zijn ze niet blij mee.
  9. Warmtenetten zijn alleen rendabel als er grote hoeveelheden woningen op aangesloten zijn. Dat komt omdat de kosten van aanleg hoog zijn. Daarom worden warmtenetten vaak pas aangelegd als een hele wijk of enkele wijken op dat net worden aangesloten. Elk pand dat er niet op aangesloten wordt, betekent minder inkomsten voor de exploitant. Die exploitant is altijd een commercieel bedrijf, aangezien de aanleg van warmtenetten niet door de overheid gereguleerd wordt. Dit in tegenstelling tot de aanleg van elektriciteits- en gasnetten. De exploitant van een warmtenet heeft dus een monopoliepositie. Veel mensen die zijn aangesloten op warmtenetten klagen dan ook over de hoge kosten. Maar je aansluiting opzeggen betekent ook dat je hoge kosten moet maken.
  10. Warmtenetten gevoed door biomassa zijn hoge temperatuur netten. Het aansluiten van andere bronnen daarop is ten eerste voorbehouden aan de exploitant (dat commerciële bedrijf). En ten tweede kunnen lage temperatuur bronnen zoals restwarmte van datacentra daar niet op aangesloten worden. De temperatuur van die warmtebron zou dan eerst aanmerkelijk verhoogd moeten worden en daarna bij het afgiftepunt (de woning) weer verlaagd. Dat geeft zoveel verlies dat het niet rendabel te maken is.
  11. Jonge bomen nemen veel minder CO2 op dan oude bomen. Je kunt een gekapte boom vervangen door een jonge boom te verplanten, maar het duurt vele jaren voordat die nieuwe boom net zoveel CO2 opneemt als de gekapte boom. Om direct een CO2 balans te krijgen, zou je voor elke gekapte boom veel meer jonge bomen moeten herplanten. Dat gebeurt niet.
  12. Nog een argument tegen warmtenetten is dat het door de hoge temperatuur van die warmte, niet nodig is om de woning goed te isoleren. In feite werkt een hoge temperatuur warmtenet de verduurzaming van het woningbestand dus tegen.
Uitleg van begrippen:
  1. Een (biomassa-)"ketel" is een verbrandingsoven, zeg maar een grote allesbrander of kachel. Een ketel onderscheidt zich van een centrale doordat een ketel direct levert aan panden, zonder tussenkomst van een openbaar warmtenet. Een biomassacentrale, zoals die door Vattenfall in Diemen gebouwd wordt, levert de warmte aan een warmtenet die het over langere afstanden transporteert naar panden.
  2. Een pellet is een stukje geperst hout en ziet er uit als droog caviavoer. Iets heel anders dus dan een pallet: zo'n houten frame waar stenen e.d. op vervoerd worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten